Selecteer een pagina

Als ruiter zijnde willen we graag stil op ons paard zitten, want dat geeft een mooier beeld. Helemaal stil zitten gaat natuurlijk niet, je paard beweegt en beweging doorslag is er altijd. Maar optisch stilzitten kan wel. Alleen hoe doe je dat nou correct?

Bewegen op de juiste plek

Om goed ‘stil’ te zitten, is het van belang dat je meebeweegt met je paard op de juiste plek. Alleen dan kun je een ‘stil’ beeld creëren. Die beweging is het meest van belang met het lichaamsdeel waarmee je het dichtstbij je paard zit, namelijk het bekken (het gewervelde gedeelte tussen buik en benen). Als je op de plek het dichtstbij je paard correct meebeweegt, dan kun je de beweging door je lijf omhoog en omlaag laten afvloeien. Dat betekent dus dat de meeste beweging in je bekken zit, en de minste beweging in je hoofd en voeten. Vaarwel wiebelbenen! 

Dat is ook de reden dat het niet helpt om constant tegen een ruiter te zeggen dat hij zijn voeten stil moet houden, de oorzaak zit namelijk niet in de voeten, maar komt vaak door een blokkade in het bekken.

Drie gangen: verschillende bewegingen

Een paard heeft drie gangen en daardoor is de beweging die je in je bekken maakt elke gang anders. In de stap kun je het vergelijken met een achtje, je bekken wordt van links naar rechts en van voor naar achter geschommeld. Natuurlijk meer van voor naar achter dan van links naar rechts, anders komt je paard niet voorruit. De draf is een tweetakt. De benen bewegen diagonaal voorwaarts. De beweging in je bekken kun je vergelijken met het achteruit fietsen van je bekken. De galop is net even iets anders, in de stap en de draf blijft de rug van je paard in principe horizontaal, maar in de galop kantelt de rug op en neer, de beweging is elke galopsprong een beetje bergop en daarna bergaf. Je moet je heupgewricht openen en sluiten om de beweging te volgen. Daarnaast heb je een linker en rechter galop waardoor je net iets ingebogen zit en volg je de beweging van je paard vanuit je hamstrings. 

Voor een ‘stille’ zit moet je je enerzijds bewust zijn van de beweging in de gangen en waar je die hoort te volgen, anderzijds moet je het gaan leren voelen. In een volgende blog bespreek ik een paar oefeningen die je kunt doen om de beweging goed te leren volgen.